Adventskalender
Hier zie je dagelijks een groet uit kerk en buurt
Dinsdag 24 december
In deze laatste adventsgroet van dit jaar deelt Wim Verkerk een modern kerstverhaal met ons.
Het gaat over een jong stel met autopech ergens in de woestijn van Arizona.
Het is afkomstig van het album “Together” van de Amerikaanse singer-songwriter Tom Paxton.

On a I was two hours south of Flagstaff
cold December night
I saw them on the shoulder
Pulled off to the right
I saw the broken axle
They’re going nowhere soon
Shivering in the shadows
As the snow clouds crossed the moon
The young man looked defeated
The poor girl just looked scared
He was trying to start a fire
But the wind would not play fair
As I helped them gather mesquite
A bitter wind come through
She pulled her sweater closer
And I could see that she was due
It was Christmas in the desert
Waiting for a birth
Hoping for the angels
And some sign of peace on earth
Life is gonna find you
No matter where you are
Like Christmas in the desert
Beneath one shining star
Oh she cried and doubled over
It was clear her time had come
No hospital for miles
So, we did what must be done
In the cab of my old pick up
The closest thing to clean
The baby did what babies do
The damnedest thing I’d seen
It was Christmas in the desert
Waiting for a birth
Hoping for the angels
And some sign of peace on earth
Life is gonna find you
No matter where you are
Like Christmas in the desert
Beneath one shining star
I got them into Flagstaff
Dropped them at the ER door
This Christmas just felt better
Than all the ones before
Two kids out on the highway
Out of money, out of luck
The miracle they got
Was just me and my old truck
It was Christmas in the desert
Waiting for a birth
Hoping for the angels
And some sign of peace on earth
Life is gonna find you
No matter where you are
Like Christmas in the desert
Beneath one shining star
Maandag 23 december
Vandaag deelt Dorothee Markus haar herinneringen met ons aan de viering van het Kerstfeest toen ze jong was.
En waarschijnlijk is ze niet de enige die zich nu al kan verheugen op het samen zingen van bekende kerstliederen:

Elk jaar op kerstochtend, in alle vroegte, hoorde ik als kind het engelengezang. Terwijl ik nog in mijn bed lag, luisterde ik naar het ‘Eer zij God in onze dagen..’. Soms klonk het zachtjes, ver weg, dan weer luider en dichterbij….mooier dan zo kon kerst niet beginnen.
Later, toen ik ouder was, mocht ik zelf meezingen. Vijf uur in de ochtend verzamelden we, midden in het dorp, met fiets, muts op, handschoenen aan. Enkelen hadden een hoorn, trompet of tuba mee. En dan vertrokken we. We fietsten door het dorp en in het buitengebied naar verder gelegen plekken. En hielden halt bij de huizen of boerderijen, waar we van wisten dat er iemand woonde die ziek was of oud. En in de maagdelijke stilte van de nog donkere nacht, met boven ons de sterrenhemel klonk dan ‘Ere zij God….’. alsof we er zelf bij waren in die velden met de herders en meezongen met de engelenschare…. In de vroege ochtend kwamen we dan aan in het bejaardenhuis, waar we natuurlijk ook zongen en ontvangen werden met krentewegge en chocola. Zo begon in mijn jonge jaren kerst.
Als we op de eerste kerstdag die mooie kerstliederen zingen, denk ik vast weer even terug aan die herinnering….
Dorothee Markus
Zaterdag 21 december
Vandaag, zaterdag 21 december, komt de bijdrage van Len Borgdorff.
Hij liet zich inspireren door een Deens schilderij:

Juledag 1900
bij een schilderij van Michael Ancher, 1903
Er zweeft een regel vrouwen boven het damast.
Ze kijken je niet aan en lezen niet het boek
dat voor Marie, de vrouw die links zit, open ligt.
Het zal de Bijbel zijn – ’t is Kerst – opgeslagen
bij een psalm, of bij een profetie waar zij van
opkijken nu zij ontembaar voor zich zien wat wordt
verteld van zee, die zowel doodt als leven geeft.
De vrouwen laten zich lezen van links naar rechts.
Er wordt verloren in de wereld en geboren,
gevonden, zien ze, en verjaagd, verhoord, verwoord,
gezongen en vermoord, verwacht, bemind, bewaard.
Zij dragen zwart van links naar rechts, maar Helga niet.
Haar goud, na Ana’s handen, is een golf die kalm
komt aangerold en straks bruisend opstaat, opstraalt
als Sterre van de Zee. Maar die ook grijs kan worden
voor haar tijd, als zij zich voegt naar het geregeld zwart.
Dit grote schilderij hangt in het Deense Skagen dicht bij de plaats waar Michael Ancher het ooit vervaardigde. Van links naar rechts zie je de zussen Marie, Hulde en hun moeder Ana Hedvig Brondum. Helga en haar moeder Anna Ancher, zij zijn kleindochter en dochter van Ana Hedvig en dochter en echtgenote van de schilder.
Anna en Michael waren de spil van de Skagense schilderskolonie. De oude Ana Hedvig komt op veel schilderijen voor.
‘Juledag’ is Eerste Kerstdag (Deens)
Vrijdag 20 december
Vandaag komt de groet van de cantorij in beeld en geluid met "Nun komm der Heiden Heiland":

Donderdag 19 december
Sjouke Sytema heeft, in de rol van Micha, een brief geschreven aan Maria, zijn nichtje.
Als het grote volksfeest plaatsvindt, ligt daar ook de schaduw van de vlucht overheen.
De eeuwige universele vlucht:

Lieve nicht,
Lieve groet, ook van tante Deborah.
Via via hoorde ik dat jullie inmiddels in Bethlehem zijn aangekomen. Volgens tante sta jij op het punt te bevallen. Ze maakt zich zorgen. Je weet hoe ze is. Ze had graag bij de bevalling willen zijn.
Ik zeg steeds tegen haar: “Het komt goed. Joos is bij haar. De rust zelve.” “Mannenpraat!” is dan haar antwoord.
Maria, je weet dat ik mijn bedenkingen had bij die Gabriël met zijn mooie praatjes, maar dat verhaal van een nieuwe koning zindert nu ook rond in het paleis. Je weet dat we geregeerd worden door achterdocht, domheid en haat. Maar de meeste van deze is de haat.
Ik wil de vreugde van de geboorte niet bederven. Ik wil ook geen onheilsprofeet zijn, maar zorg dat je niet gevonden wordt door verklikkers, spionnen of soldaten van De Grote Leider.
Vlucht als het effen kan! Ik weet dat in Egypte vluchtelingen nog redelijk welkom zijn. Er zijn daar in ieder geval aan de grens geen push backs, hellehonden en prikkeldraad. Zeg tegen Joos dat ik op zijn werkplaats zal passen.
Je weet dat ik de Godsnaam niet zo gauw in de mond neem, maar “Ga met God!”
Je liefhebbende oom Micha
Woensdag 18 december
Vandaag heeft Pauline Winkler voor ons gezongen. Het lied is geschreven door Ad den Besten en te vinden in het Nieuwe Liedboek nr. 1012: "Geef aan de wereld vrede, Heer"

‘Geef aan de wereld vrede, Heer’
Dinsdag 17 december
Mariëtte Goudzwaard vond een mooie toelichting bij het lied "Komt, verwondert u hier mensen":

Verwondering
Een jonge, Aziatische student architectuur stapt op Schiphol uit het vliegtuig. Hij komt uit een tropisch land, waar vrieskou en sneeuw onbekend zijn. Wij halen hem op, het is zijn eerste bezoek hier. Het is half april, maar de lente is vergeten op tijd te beginnen. Het is bitter koud. Op de open parkeerplaats zijn wij hem kwijt. Achter de eerste auto’s vinden we hem terug, zittend op de grond. Hij ademt zwaar. In en uit. En kijkt met ongeloof naar zijn door de kou zichtbaar geworden adem. In zijn ogen zien wij een verwondering zonder weerga. Wat gebeurt er met hem? Is hij ziek? Is hij terechtgekomen in een ‘strange new world’? Wat is dit? De kinderlijke verwondering die in zijn ogen te lezen is, laat ons sprakeloos. Het is verwondering in de zuiverste vorm. Een prachtig tafereel. Iedereen lacht. Hij als eerste.
Kunnen we ons nog zo verwonderen? Of zijn we zo aan alles gewend dat niets ons nog kan verrassen? Hopelijk niet! In verwondering ligt de kiem van liefde, van kunst en van geloof. Zonder verwondering is alles grijs, uitzichtloos en leeg. Verwondering is de basis van spiritualiteit. Wie zich niet meer kan verwonderen over een nieuw geboren kind, een ontluikende bloem of een ontroerend kunstwerk, laat het leven tussen zijn vingers glippen.
Bijbelverhalen zijn mythen die uitdrukking geven aan de verwondering van mensen van duizenden jaren geleden. Als deze verhalen bevrijd worden van de dogmatische lading van eeuwen kerkelijke leer, als men teruggaat naar hun mythische betekenis, komen ze weer tot leven, worden ze splinternieuw. Dan kunnen wij, net als de jonge student architectuur, ons weer verwonderen over onze adem die in de kou zichtbaar wordt.
Uit: God Aan, vrijzinnig dagboek.
Tekst: ds. Christiane Berkvens-Stevelinck
Maandag 16 december
Als Advent vooral een blijde 'tijd van verwachting' moet zijn, lees dan het gedicht van Elisabeth Eybers dat Sjouktje Hoeksema heeft gekozen. En huiver.
Maria
’n Engel het dit self gebring,
die vreugde-boodskap – en jy het
’n lofsang tot Gods eer gesing,
Maria, nooi uit Nasaret!
Maar toe Josef van jou wou skei
en bure-agterdog jou pla,
het jy kon dink, eenmaal sou hy
die hele wereldskande dra?
Toe jy soms met ’n glimlag langs
jou liggaam stryk….die stilte instaar….
wis jy met hoeveel liefde en angs
sou hy sy hellevaart aanvaar?
Die nag daar in die stal – geeneen
om in jou nood by jou te staan –
het jy geweet dat hy alléén
Getsemane sou binnegaan?
Toe vorste uit die Ooste kom
om nederig hulde te betoon,
wis jy hoe die soldate hom
tot koning van die volk sou kroon?
En toe hy in jou arms lê,
sy mondjie teen jou volle bors,
het jy geweet dat hy sou sê
toe dit te laat was: Ek het dors!
Toe dit verby was en jy met
sy vriend Johannes huis toe gaan –
Maria, vrouw van smarte, het
jy tóé die boodskap goed verstaan?
Elisabeth Eybers (1915-2007)

Zaterdag 14 december
Marry Achterberg werd deze zomer getroffen door een beeld onderweg:

De wijzen of koningen die het Kind komen aanbidden zijn uitgehouwen in een muur van een huis in de Eifel.
Zodat je het hele jaar door aan advent en kerst denkt.
Nu hoop ik en bid dat er wijzen komen die onschuldigen, onwetende kinderen en volwassenen hun vrede komen brengen.
Als dat zou gebeuren wordt dit een prachtige advent en kerst.
Vrijdag 13 december
Annette Kerkstra stuurde als adventsgroet een gedicht over risico nemen:

DURVEN
Durf het te proberen.
Durf lief te hebben.
Durf jezelf in te zetten.
Durf een risico te nemen.
Als je geen risico durft te nemen,
zul je nooit vooruit komen.
Je zult nooit je probleem oplossen.
Lachen is het risico een dwaas te lijken.
Huilen is het risico sentimenteel te lijken.
Je hand naar een ander uitsteken is het risico betrokken te raken.
Je gevoelens tonen is het risico je innerlijk bloot te geven.
Je ideeën, je dromen aan de massa bekend maken
is het risico dat ze zich van je afkeren.
Lief te hebben is het risico dat je geen wederliefde ontvangt.
Leven is het risico om te sterven.
Geloven is het risico van de wanhoop.
Iets proberen is het risico van het falen.
Maar risico’s moeten aanvaard worden,
want het grootste risico in het leven is niets te riskeren.
De mensen die niets riskeren, doen niets,
hebben niets, zijn niets.
Ze vermijden misschien leed en verdriet,
maar zij kunnen niet leren, voelen,
veranderen, groeien, liefhebben, leven.
Als slaven zitten ze vast aan hun gewoonten;
zij hebben hun vrijheid verbeurd.
Alleen iemand die risico’s durft te nemen, is vrij.
Donderdag 12 december
David van Dijk beloofde voor de Adventskalender 'iets gitarigs'.
Wel, luister en geniet:

‘Iets gitarigs’ van David van Dijk
Woensdag 11 december
Reinder Bosman geeft ons een kijkje in zijn keuken:
Een mini-advent op mijn keukentafel.


Voor de zomer kreeg ik bij de diploma-uitreiking van mijn mentorklas twee boeketten. Die heb ik netjes in het water gezet en bloemetje voor bloemetje weggegooid als ze eenmaal uitgebloeid en verdord waren. Bij terugkomst van mijn vakantie zag ik dat de twee vetplant-achtige staken die eerst in knop stonden, waren gaan bloeien. Ik heb het water ververst, en ze bleven het hele najaar netjes overeind staan en schoten op een gegeven moment zelfs wortel. In de schooldrukte kwam ik er maar niet aan toe om ze te planten, tot ik een paar dagen terug zag dat ze nu toch echt waren gaan hangen. De wortels hadden nu ook stengels gevormd en waren echt stekjes geworden, dus die stekjes heb ik geplant. Van twee staken naar vijf stekjes, geboren in een kribbe. De naam van het plantje, bleek na een rondje googlen: hemelsleutel.
Mussen
Vroeger had je ze versmaad
niet de aandacht waard, maar nu
ben je geboeid door hun gescharrel
in het vale van de takken rond de voederplaats
lijfjes flets bruin, kopjes iets meer bruin
ja alles wordt schaarser
maar zij, geen nood
en ook hier op de vensterbank
vaag roze puntjes boven in de stugge vetplant
volhouden, blijven geloven, dat is het.
Herman Coenen
Dinsdag 10 december
Aletta Gerritsen vond dichters die laten zien dat 'hoop' iets anders is dan afwachten:
Er gaat een hoop veranderen
Werd ons beloofd.
Zelfs de hoop zelf.
Hoop, schuchtere broer van moed.
Judith Herzberg

Maandag 9 december
Peter Lindhoud laat ons kennismaken met Advent door Afrikaanse ogen:
“Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je!”

Heb je die ochtend hout gesprokkeld, water gehaald, sorghum gestampt en nu zit je buiten je potje te koken. Zoals elke dag. Niets bijzonders. Staat daar ineens een vreemde. Niet zien aankomen. Hij kent bovendien ook nog je naam. Da’s schrikken. En vertelt hij ook nog dat je zwanger bent, terwijl je van de prins geen kwaad weet. Niet zomaar zwanger maar van een speciaal kind. Alsof niet elk kind speciaal is. Maar deze is wel heel speciaal, zegt hij. Afwachten wat Jozef er van vindt.
Peter Lindhoud (Tekeningen bij ‘Evangelie door Afrikaanse ogen`)
Zaterdag 7 december
Harma van der Zwaag vertelt over kerstfeest vieren met je kleinkinderen:
Gedichtje
Dit gedichtje heb ik mijn kleinkinderen met kerst voorgelezen.
Ieder kreeg een kaarsje die brandde.
Een voor een werd er een kaarsje uitgeblazen en aan het eind weer aangestoken.
Ze vonden het geweldig om te doen.
Er waren eens tien kaarsjes met vlammetjes zo fijn
Ze wilden op het kerstfeest graag goede lichtjes zijn.
Een kaarsje viel het tegen altijd in vlam te staan
Hij doofde snel zijn lichtje en is toen uitgegaan.
Er waren nog negen kaarsjes en een van de negen zei:
” Ik vind het hier niet prettig” en stapte uit de rij
Er waren nog acht kaarsjes, het was een mooi gezicht
Een dacht: ik ben de beste en meteen verdween zijn licht.
Toen stonden van de kaarsjes er zeven nog in vlam
Maar een vergat te branden, hij wist niet hoe dat kwam.
De vlammen van de kaarsjes die brandden honderduit
Een zei: ik ben de mooiste, en ja, toen ging hij uit.
Nog maar vijf kaarsjes over, wat zullen we gaan doen?
een brandde veel te haastig, opeens verdween hij toen.
Er stonden nog vier kaarsjes, ze brandden feller op
Een werd uitgeblazen, hij lette niet goed op.
Van die drie laatste kaarsjes ging een met het donker mee
Hij vond het niet meer nodig, toen stonden er nog twee.
Die beide kleine kaarsjes wat waren ze alleen
Een ging van moeheid slapen, toen was er nog maar een.
Het laatste kleine kaarsje dat eenzaam achterbleef
dacht: als ik mijn lichtje eens aan een ander geef.
Toen heeft dat ene kaarsje het feest nog net gered
En heeft alle kaarsjes opnieuw in vlam gezet.
Nu branden alle kaarsjes met een vlammetje zo fijn,
Zij willen op het kerstfeest graag goede lichtjes zijn.

Vrijdag 6 december
Vandaag legt Ruud Moll een link tussen het kerstverhaal en de toekomst:
Van alzo veer
Het mooie van het kerstverhaal vind ik, dat God naar ons toekomt. Van alzo veer. Hij/Zij zoekt ons op in ons alledaagse bestaan van liefhebben en loven, van liegen en bedriegen.
We hoeven ons niet op te werken naar God ‘in den Hooge’. Een route, die alleen weggelegd is voor de goedgelovigen. God daalt naar ons (niveau) af in de gedaante van een onschuldig kind.
Wat is dat toch een hartverwarmende gedachte. Alle reden voor een (kerst) feestje.
Ruud Moll

Donderdag 5 december
Wil van Dijk denkt terug aan het kerstfeest in coronatijd:

Een krentenbol als kerstdiner
Zoals ieder jaar werd ik door mijn oudste zus en zwager uitgenodigd voor het kerstdiner op eerste Kerstdag. Ik nam die uitnodiging graag aan. Mijn zus besprak met mij haar plannen wat we zouden gaan eten, maar zij weet ook dat ik geen fijnproefster ben, en ik zei: “ach, al geef je me een krentenbol, dan ben ik ook al dik tevreden, ik vind de gezelligheid het belangrijkst”.
Eerste Kerstdag brak aan, lekker gezongen tijdens de dienst met de cantorij. Ik was net gearriveerd bij mijn zus, toen ik een appje kreeg van een medecantorijlid: “ik vind het heel vervelend, maar ik heb net ontdekt dat ik positief test op Corona”. Ik aarzelde geen moment, en ging meteen naar huis, want ik wilde niemand besmetten. Eenmaal thuis had ik geen zin meer om te koken, dus ik zat tevreden op de bank met….een krentenbol.
Woensdag 4 december
Ally Bouter geeft alvast een voorproefje op de vesper van vanavond:

Verschillende kunstenaars werden geïnspireerd door de lofzang van Maria. Vandaag lezen we het gebed van Hanna Lam, dat ze Magnificat noemde. De lofzang werd gezongen in een ontmoeting tussen Maria en Elisabeth. We kijken naar het hongerdoek van Lucy D’Souza dat deze twee blije vrouwen verbeeldt.
Magnificat
‘Zingen is zijn, is zeggen,
niet meer zwijgen,
is boven alle angst uit gaan stijgen
en licht ontwaren in de duisternis,
het onbevangen licht van genesis.
Het is opnieuw genade vinden
in uw ogen,
niet langer gekleineerd,
niet neergebogen,
maar leven in een alledaags bestaan
dicht bij de maatslag van uw grote naam.
Dan worden hongerigen
niet meer uitgesloten,
dan telt geen geld,
geen macht meer van de groten,
maar ligt het kleed van de barmhartigheid
wijd over deze aarde uitgespreid.’
Dinsdag 3 december
Ype Viersen heeft zijn inspiratie op straat gevonden:
NU ZIJT WELLEKOME
Ze zeggen dattet het mooiste wijk van Utrech is.
De Lauwerech? Wie zeg dat?
Nou, de mensen zelf die er wonen. En als die dat zeggen, wie ben ik dan om te zeggen dat het niet zo is, woar?


En kijk zelf, jochie. Het is helemaal geen platvloers volk dat er woont. Als je het wijk binnenkomt door de Verenigingsdwarsstraat, word je direct opgeroepen om je ogen te richten op wat boven is. Waar vind je dat nog? In Tuindorp?
Ondertussen lees ik in het Ouderlingenblad dat de wereld steeds onherbergzamer wordt. En over de vraag hoe de kerk aanwezig is in de wijk. Is de kerk een plek van herbergzaamheid? Wat kunnen voorbijgangers daar vinden als ze binnenkomen? Hoe worden ze ontvangen?
Nog mooier lijkt het mij als niet alleen de kerk maar ook de wereld een beetje herbergzamer wordt. Voor al die mensen onderweg. Ook door de Lauwerecht. Daarom moeten we niet teveel omhoog kijken, want dan zien we elkaar niet meer. Misschien is het beter om als adventsoefening elkaar in de komende weken wat vaker aan te kijken en te zeggen: U zijt ook wellekome. Net als onze lieve Heer.
Ype Viersen
Maandag 2 december
De eerste bijdrage van de "Adventskalender 2024" komt van Henk Poot.
Hij stuurt ons een gedicht van Peter Maurin uit "Medemens 4"
De wereld zou beter af zijn
als mensen probeerden beter te worden.
En mensen zouden beter worden
als ze ophielden te proberen om beter af te zijn.
Want als iedereen probeert
beter af te zijn,
is niemand beter af.
Maar als iedereen probeert beter te worden,
is iedereen beter af.
Iedereen zou rijk zijn
als niemand probeerde rijker te worden.
En niemand zou arm zijn
als iedereen probeerde de armste te zijn.
En iedereen zou zijn
wat hij zou moeten zijn
als iedereen probeerde te zijn
wat hij wilde dat de ander was.
