In het verhaal van Jan Muis van afgelopen zondag kwam het beeld naar voren van Jezus als de herder en zijn volgelingen als schapen. Een vruchtbaar beeld inderdaad, want we komen ze de hele Bijbel door tegen, die herder en die schapen: in de realiteit van de verhalen over Jakob en David en anderen, maar dus ook als metafoor.
Honden komen we ook tegen in de Bijbel. Vaak is dat in negatieve zin, als beeld voor mensen die niet bij het joodse volk behoren, maar uiteindelijk, Jezus moet daar wel even over nadenken, horen ook zij bij de mensen voor wie hij is gekomen.
Daarnaast lezen en horen we van honden die de wonden en zweren likken van het afgedankte deel der mensheid. Dat is heel aardig van die honden.
Vorige week gingen we in deze Nieuwsbrief het jaar in met de bemoedigende gedachte dat Jezus met ons meegaat. Ik dacht daarbij ook aan de hond van Shusaku Endo, maar vermeldde dat toen niet. Maar laten we nu diezelfde hond tegenkomen in de uitnodiging voor een drietal avonden rond het boek Zondagmorgen van Willem Jan Otten. Dat is natuurlijk niet toevallig.
Ook Otten heeft veel op met de Japanse schrijver. In Endo’s roman De samoerai geeft de hoofdpersoon – dat is een niet bijzonder aangename priester – als beeld van Jezus: ‘Volgens mij leeft er ergens in het hart van de mensen een verlangen naar iemand die je hele leven bij je blijft, iemand die je nooit verraadt, nooit in de steek laat – al is die iemand maar een schurftige hond. Die iemand werd ter wille van de mensheid zo’n rampzalige hond.’
Herder, vredesvorst, weg, waarheid, leven, deur, alfa, hoeksteen, koning, visser, omega, en ook hond.
Len Borgdorff