Een man dacht dat hij vrij was
en een engel sloeg hem neer
de man zei dat hij vrij was
en weer sloeg de engel hem neer
de man zei opnieuw dat hij vrij was
en opnieuw sloeg de engel hem neer
toen schreeuwde de man dat hij vrij was,
dat hij altijd vrij was, dat hij nooit iets anders dan vrij zou zijn,
maar de engel sloeg hem tot bloedens toe neer
en schaamte en vergeefse moeite woeien op
en verspreidden zich als stof
over de grijze aarde
en de man stamelde dat hij vrij was,
dat hij dacht dat hij vrij was
en de engel vloog weg.
In de gedichten van Toon Tellegen (Stof als een meisje, 2009) is de engel gewelddadiger dan in het verhaal van Jacobs gevecht bij de Jabbok. En veel sterker ook. Keer op keer wordt de man neergeslagen als in een knokpartij in een western.
Zover liet Jacob het niet komen. Integendeel. Hij lijkt sterker te zijn dan de engel. Wat wil dat zeggen? Een aardige vraag voor de overweging van komende zondag.
Ik geef ook alvast de eerste strofe van een gedicht van Dorothee Sölle. De rest volgt zondag.
Ieder van ons heeft een engel
Geef dat we hem zullen herkennen
Ook als hij komt als een bloeddorstige demon
Ieder van ons heeft een engel
Die op ons wacht
Geef dat we niet aan de Jabbok voorbij zullen razen
Maar dat we zullen vinden de doorwaadbare plaats
Op ons wacht een engel …
Ype Viersen