‘Het kan me niet schelen wat er gebeurt, àls er maar wél íets gebeurt!’.
Ik houd niet van accent-, aanhalings- en vraagtekens. Leestekens zijn lelijke dingen, tekens ook van onmacht om de goede woorden te gebruiken. Maar bij dit citaat ontkomen we er niet aan. De streepjes naar links en rechts en dat loodrechte lijntje met de punt eronder geven goed aan dat de uitspraak met de nodige emotie is gezegd. En dat gebeurde, meer dan eens, in een kerkenraads- of anders wel een andere vergadering waarbij het ging om de toekomst van onze kerk.
Stappen en ‘jamaar’
Ook de heidedag van afgelopen zaterdag stond in het teken van de toekomst van de Tuindorpkerk. We waren bij elkaar met een ruime vertegenwoordiging van kerkenraad, kerkrentmeesters en de groep die ik nu maar even toekomstclub zal noemen. Zeventien personen. We hadden voor de begeleiding deze keer iemand van buiten ingeschakeld om ons zodanig door de dag en de materie te helpen dat we voldoende helder kregen voor een kloeke en resolute stap.
Er zijn in dit jaar heel veel van die stappen gezet of we hebben daarvoor plannen opgezet, maar telkens blijkt dat er of onvoldoende draagvlak is, of dat een plan bij nader inzien helemaal niet werkt. Dat is allemaal ook heel plausibel, maar zo schiet het niet op. En we willen zo graag dat er iets gebeurt dat een mooi teken op onze weg naar 2032. Alleen, los van het feit dat dit niet eens zo meevalt, komen bij iedere voorgenomen stap allemaal ‘jamaars’ om de hoek kijken. Willen de mensen dit wel? Komen gemeenteleden en vooral ook andere mensen hiervoor in beweging?
Kerk in de wijk
Daarom zijn om ons heen de markt gaan verkennen. Wat kunnen we betekenen voor mensen die onze kerk verlieten of die ons voorbijfietsen voor een andere kerk? Voor mensen die weinig of niets met een kerk hebben, maar die bijvoorbeeld wel in de buurt wonen en voor wie wij als Tuindorpkerk wel degelijk betekenisvol zouden kunnen zijn? We spraken met buurthuizen, met de wijkvereniging, met culturele instellingen, met andere kerken. Er is veel welwillendheid, maar veel verder dan dat zijn we nog niet gekomen. Dus doe iets, is makkelijk gezegd, maar voor wie of wat kunnen en willen we iets doen?
Veelkleurig?
Nog veel belangrijker – en dat wordt steeds duidelijker – is de vraag van waaruit we iets willen doen. Wat betekent kerkzijn voor ons en wat zijn onze drijfveren om iets te ondernemen? Daarvoor moet je als kerk wel een gezicht hebben: ‘Wij van de Tuindorpkerk zijn dit en dat en daarom doen we het zus en zo.’
Bij het gemeenteberaad van anderhalf jaar geleden kozen we ervoor een open op de maatschappij gerichte kerk te zijn. Omdat er van het kwadrantenspel van toen foto’s zijn genomen, hebben we daarvoor de bewijzen nog in huis. Maar daarop zie je dat wij in meerderheid om het midden van de kwadranten cirkelden en er maar een krappe meerderheid voor de genoemde optie koos. Het is al eerder gezegd: de veelkleurigheid waarop we ons als Tuindorpkerkers lange tijd beroemden, is een zwaktebod geworden. Want op die manier kom je niet tot uit op een duidelijke weg die je met elkaar in wilt slaan.
Er gingen drie jongens naar Londen
We moeten ondertussen alleen niet ongeduldig worden, maar ook niet moedeloos. Nadat drie leden van het moderamen uit Londen waren teruggekeerd en zij toch tamelijk enthousiast vertelden over hun ervaringen met kerken die daar de vier C’s van Congregation, Compassion, Culture en Commerce hadden omarmd, gebeurden er drie dingen en daarna een vierde.
Allereerst. Er waren ideeën, concrete mogelijkheden om iets aan te pakken. Maak van de kerk een concertzaal, een expositieruimte, creëer zzp-plekken, vergadercabines, werk samen met andere instellingen enz. Niet aarzelen, maar doorpakken. Vandaar die gesprekken met instellingen.
Twee. Ga nadenken of er andere manieren zijn om betekenisvol te wezen voor andere mensen dan alleen onze gemeenteleden. Met daar tegenover de gedachte om juist de mensen van vroeger weer terug te krijgen.
Drie. De vier C’s en de reis naar Londen leken zich soms een beetje tegen de initiatieven te keren. Alsof ze niet direct met de toekomst van onze eigen kerk te maken zou hebben. Zo is het natuurlijk niet, maar blijkbaar hebben we de mogelijkheden van Heart Edge (daarin laat de verwevenheid van de vier C’s zich samenvatten) nog onvoldoende kans gegeven om in ons denken als Tuindorpkerk wortel te schieten.
Vier. Een gevolg was dat hier en daar enige moedeloosheid binnen de eigen bestuurlijke gelederen de kop op zou kunnen opsteken.
Verder
Maar dat willen we niet.
Want we realiseren ons ook telkens dat wij een kerk zijn met veel potentie, dank zij de mensen die er deel van uitmaken en dank zij de middelen waarover wij beschikken. Wel is het verstandig om ons ook bij het op een rijtje zetten van onze ideeën, onze drijfveren en onze visie (en dat in omgekeerde volgorde graag) te laten helpen door externe deskundigen.
‘Don’t jump to solutions’ leerde ik ooit op een cursus. Ik kreeg een heleboel filmpjes voorgeschoteld van allerlei situaties in het bedrijfsleven waarbij dat gebeurde. De man die in allerlei scenes met oplossingen en voorbarige conclusies op de proppen kwam, was John Cleese, van Fawlty Towers. Ik heb er toen erg om moeten lachen. En als nu iemand onmiddellijk de doos met oplossingen en ondoordachte gevolgtrekkingen open doet, moet ik steeds aan John Cleese denken.
De heidedag roept veel vragen en veel onzekerheid op. Het stof moet dalen. Maar we gaan door. Vrolijk, vol vertrouwen en hopelijk met elkaar.
Op de kerkenraadsvergadering van komende dinsdag kijken we hoe het stof van de heidedag bij iedereen is neergedaald. Het zou me verbazen als er niet op korte termijn een vervolg komt op de heidedag. In ieder geval zetten we voor na de dienst van 14 januari een gemeenteberaad op de agenda.
Len Borgdorff