Welke kant het op zal gaan in de Vierkrachtviering van komende zondag kan ik niet zeggen. Het thema is in ieder geval ‘Geld moet rollen’, een uitdrukking die ik misschien al jaren niet meer heb gehoord. Dat is niet omdat ik meestal iets betaal met mijn mobieltje, met onstoffelijk geld dus. Geld is eenvoudigweg niet mijn eerste zorg, ook niet als het gaat om de vraag of ik er wel genoeg mee woeker om bij te dragen aan iets wat op Gods rijk zou kunnen lijken. Dat neemt niet weg dat ik het een nogal Ollie B Bommeliaanse uitdrukking vind.
In de viering zingen we, lees ik, lied 912 en daarvan dus ook het vierde vers waarin ik God zou vragen om mijn zilver en mijn goud te nemen, ‘dat ik niets aan U onthoud.’ Die woorden voeren me naar de kerk uit mijn kindertijd, met een dominee die daarvan maakte: ‘Neem mijn dubbeltje en mijn kwartje, zodat ik het meeste overhoud.’ Ik begreep het cynisme van de dominee maar al te goed en ook dat ik straks mijn spaarpotje zou moeten legen voor de arme mensen in Afrika of waar dan ook in de wereld waar honger was.
Het lied gaat verder: ‘Maak mijn kracht en mijn verstand / tot een werktuig van uw hand.’ Het kind dat ik was, begreep die woorden maar al te goed en begon wat ongemakkelijk te draaien, naast zijn moeder. ‘Zit toch ’s stil, joh,’ zei ze. Dat deed ik. Het ongemakkelijk gevoel bleef. En nu voel ik het weer.
Len Borgdorff