Bij NLB 255
De Tora, de eerste vijf boeken van het Eerste Testament, en de Profeten vormen de onmisbare brandstof. De uitleg van Jezus van de Schriften is het vuur waarmee deze brandstof voor de Emmaüsgangers wordt aangestoken. Hun harten branden van nieuwsgierigheid en vertrouwen. Ze vragen aan de op dat moment nog voor hen onbekende vreemdeling of hij bij hen wil blijven. Het is tegen de avond. De dag is gedaald en de nacht zal komen. Jezus gaat met hen mee om bij hen te blijven. Hij blijft bij Zijn beide leerlingen als de Messias die door God uit de dood is opgewekt. Hij kan bij al Zijn leerlingen, bij al Zijn volgelingen, blijven, omdat God Hem niet achterliet in de greep van de dood, maar Hem terugbracht naar het leven. Jezus blijft, omdat Hij leeft. Omdat Hij leeft, gaat Hij met ons mee. Wij vragen Hem om zó met ons mee te gaan, dat we aan de avond van het leven en in alle nood, in angst en eenzaamheid, ons kunnen vasthouden aan Zijn blijven.
“Wanneer ons dan de avond wenkt, / de schaduw van ons leven lengt,
wees onze laatste reisgenoot, / een metgezel in alle nood.” (NLB 255: 4)
Ds. Piet Jan Rebel