Het doel van inkeer is ommekeer. We kijken niet kritisch naar onszelf om onze zwakheden en zonden scherp in kaart te brengen, we beoordelen ons innerlijk leven en gedane arbeid, omdat we willen terugkeren naar God. Zelfbeschuldiging is nooit ons eindpunt. Ze mag niet meer zijn dan de eerste stap op weg naar de verzoening met God. Wanneer we langer met haar blijven rondlopen, zullen we in onszelf verstrikt raken en ons afsluiten voor Zijn goedheid.
Het lied “Door wat voor grote eenzaamheden” (NLB 582) laat ons diep in het hart van ons geloof in Jezus kijken. Zijn wij soms niet even traag en wankelmoedig als Zijn leerlingen Petrus, Jakobus en Johannes in de tuin van Getsemane? In de nacht voor Zijn kruisiging beloven ze dat ze Jezus niet alleen zullen laten en met Hem zullen waken, maar ze vallen in slaap. Als wij ons vertrouwen en onze hoop op Jezus niet wakker houden, dan zijn wij het die Hem alleen laten in Zijn “grote eenzaamheden”. Omdat Hij nooit zeker van ons kan zijn, kan Hij Zijn hele weg niet samen met ons gaan. Het laatste stuk moet Hij wel voor ons gaan. “Maar de verlossing van de mensen / die lijdt Hij heel alleen.” (NLB 582: 5)
Ds. Piet Jan Rebel