Bij de cantorij van gisteravond viel me op dat ik meer liederen van Taizé niet ken dan ik had gedacht. Ook het lied waarboven als nummer 152 is geplakt, ken ik niet, al komen de woorden me wel vertrouwd voor. Die vind je namelijk ook wel in psalmen terug.
Iedere nacht verlang ik naar U, o God, ik hunker naar U met heel mijn ziel
In het ene geval is dat een aangename gedachte. In psalm 4 gaat de ‘ik’ rustig slapen, omdat die weet dat God vrede geeft, maar op andere momenten ligt iemand onrustig in zijn bed te rollebollen, omdat God zo ver weg is.
Ik heb dat niet zo. Ik lig in bed eigenlijk nooit naar God te verlangen, laat staan dat ik met heel mijn ziel naar haar of hem hunker. Gisteravond moest ik daarom niet alleen wennen aan de melodie, ik had vooral moeite met de woorden. Het was niet waar, wat ik zong. Misschien zong ik letterlijk wel een beetje vals, in ieder geval deed ik dat in figuurlijke zin. Hoe dan ook: het zijn mijn woorden niet; ik heb er moeite mee. Dit is mijn vroomheid niet. Misschien moet ik de komende weken maar eens gebruiken om erachter te komen of ik er wat dichter bij kan komen, bij die woorden: hunkeren naar God en dat met heel mijn ziel. Ik vind het nogal wat.
Len Borgdorff