Met grote vreugde zal ik me hier ophouden,
er is niemand die mijn ziel verschrikt,
onder de mensenkinderen zie ik
dat er niemand is zoals Christus de Appelboom .
(Vertaling van het vijfde couplet van Jesus Christ the Apple Tree)
De dichter toont zijn moed. Hij is voor niemand bang en omdat het Engelse woord “none” ook “niets” kan betekenen, kunnen we aannemen dat hij behalve voor niemand, zelfs voor helemaal niets nog angst heeft. Met grote vreugde geniet hij van een leven waarin schrik en ontzetting hem niet meer kunnen meevoeren.
De dichter heeft een weg gevonden waarlangs hij zich kan bevrijden van zijn angst die hem gevangenhield in een leven zonder vreugde en kleur. De moed die hem sterk en vrij maakt en die hem verheugt, put hij niet uit zichzelf. Hij ontvangt die, omdat hij op Christus vertrouwt. Vlak voor Zijn kruisiging, in de olijfgaard die Getsemane genoemd wordt, overwon Jezus de angst die Hem in de greep hield. De dichter heeft herkend dat Jezus daar niet alleen met Zijn persoonlijke angst streed. Hij worstelde ook met de angst van de dichter zelf. Toen Christus Zijn angst overwon, overwon Hij ook de angst, waardoor de dichter verlamd werd. Iedere keer als angst hem overvalt, richt hij zijn ogen op Christus de Appelboom.
Ds. Piet Jan Rebel