NLB 212 is een vertaling van het morgenlied “Lobet den Herren” (“Looft de Heer”) dat in de eerste helft van de 17e eeuw door de Duitse dichter Paul Gerhardt geschreven werd. Het lied bestaat uit tien strofen waarvan in de Nederlandse vertaling, die Sytse de Vries maakte, er vijf zijn weggelaten.
In de vertaling stijgt de vreugde ontspannen op als de vroege ochtendnevel boven geurig, zomers grasland. De nacht ligt achter ons en bracht ons rust. In het oorspronkelijke lied klimt de vreugde op uit de diepe afgrond van de verschrikkingen van de Dertigjarige Oorlog. Tijdens deze strijd kwam in sommige streken van Duitsland 60% van de bevolking om. Vuurvlammen legden huizen in de as. Dieven en rovers trokken plunderend en moordend rond. De vreugde die in dit lied gevoeld en verwoord wordt, is niet de vreugde die ervaren wordt, omdat het leven zo goed is, want dat was het toen voor niemand. Vreugde wordt alleen nog gevonden in het noemen van, in het zingen van de Naam van God. Zijn Naam belooft ons licht op ochtenden die net zo duister en angstaanjagend zijn als de voorbije nacht. We hebben hem nog, onze stem. Zing “Halleluja”! Zing “Looft de Heer”!
Laten wij zingend deze dag beginnen!
Geven wij stem aan onze diepe vreugde
omdat wij dankbaar ons in God verheugen.
Zing Halleluja! NLB 212: 1
Ds. Piet Jan Rebel