De eerste vier coupletten van lied NLB 817 beschrijven de vier seizoenen van het leven van een mens: de geboorte en de kindertijd, de vitale jaren, de rijpe jaren, het naderen van de dood. Het eerste vers houdt voor ons vast dat wij door doop en geboden verbonden zijn met Christus zoals ranken met de wijnstok. Onze aanvankelijke band met Hem blijft bestaan in onze tweede levensfase: de jaren waarin we ons in de bloei van ons leven bevinden. De Nederlandse vertaling kiest voor het woord jeugd, maar de oorspronkelijk Engelse tekst heeft de eerste helft van ons leven op het oog. In deze jaren zitten we vol met vitaliteit en opstandige vragen, vol met kracht en onzekere dromen.
Regen vult de bron aan als beeld voor de relatie met Christus. In de Bijbel staat regen voor de liefde en toewijding waarmee God omziet naar de mens. We worden gevoed door Christus’ regen. Zijn woorden schenken ons betekenis en uitdaging. Zijn handelen inspireert ons om te doen wat goed en rechtvaardig is.
“De zomergloed van jeugd en kracht
brengt opstand, twijfel, tranennacht –
Toch rijpt de oogst, een overvloed,
door Christus’ regen rijk gevoed.” (NLB 817: 2)
Ds. Piet Jan Rebel