In het najaar van ons leven ontdekken wij dat de zomer van ons leven veel eerder en sneller dan gedacht voorbijgegaan is. Ook beseffen wij dan melancholiek en soms diep bedroefd, dat wij de wijsheid die we in het zomerseizoen verkregen hebben, nooit meer voor de zomer zelf zullen kunnen inzetten. Want anders dan de astronomische zomer zal hij niet terugkeren, de zomer van ons leven. Het verlies van mogelijkheden en kracht verdrijft de weldadige temperaturen en de najaarskou begint te bijten.
Ook in deze levensfase vinden we warmte in onze relatie met Christus. Maar kunnen we nu zeggen dat wij dankzij Christus mensen zijn geworden, die “lief, wijs en schoon” zijn? Het leven leert ons ook hoe wij kunnen falen en hoe hatelijk, onverstandig en aanvallend we kunnen zijn. De Nederlandse vertaling van het oorspronkelijk Engelse lied NLB 817 maakt ons te mooi. Het origineel schetst ons beeld nauwkeuriger. We blijven warm, omdat Christus ons geschenken (gifts) van schoonheid, wijsheid en liefde geeft, die ons vernieuwen.
De najaarskou, de jeugd gevlucht,
de takken dragen rijpe vruchten;
ons warmt nu Christus’ levensstroom
en maakt ons lief en wijs en schoon. (NLB 817: 3)
Ds. Piet Jan Rebel