Hoe onbevangen kun je de dag beginnen? Een mooi gedicht over het begin van een nieuwe dag, is nog altijd “Marc groet ’s morgens de dingen” van Paul van Ostaijen. Wanneer las of hoorde ik het voor het eerst? Ik denk toen ik zestien was of daaromtrent, tijdens de Nederlandse lessen bij mevrouw Van der Kooij. Een grappig gedicht over een jongetje dat net uit z’n bed door de kamer loopt:
Dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem
ploem ploem
dag stoel naast de tafel
dag brood op de tafel
dag visserke-vis met de pijp
en
dag visserke-vis met de pet
pet en pijp
van het visserke-vis
goeiendag
Daa-ag vis
dag lieve vis
dag klein visselijn mijn
We fietsten langs een kanaal naar school. En als het windstil was, of bijna, en de temperatuur van het water was hoger dan van de lucht erboven, dan vormden zich kleine ijle wolkjes boven het water. “De Geest Gods zweefde over de wateren.” Daar is God en hier fiets ik.
Op een of andere manier was het wel een geruststellende gedachte, iets van ‘IK BEN ER’. En het riep bij mij ook iets op van ‘Hier ben ik!’. Alsof er iets van me werd verwacht.
Die wolkjes waren er nooit meer wanneer we terugfietsen. Verdampt. En we hadden ’s middags ook vaak tegenwind.
Ype Viersen