De laatste dagen hebben we het veel over communicatie. Dat die beter moet of meer en duidelijker. Daar verwachten we veel van. Minder verrassingen, meer begrip. Als we er ons best voor doen, wordt het leven misschien acceptabeler dan het nu is. Het zou kunnen, maar zeker ben ik niet.
Onlangs las ik voor het eerst werk van de Israëlische dichter Yehuda Amichai. Hij is in 1924 in Duitsland geboren en als 10-jarige met zijn ouders naar Palestina geëmigreerd. Hij schreef meer dan drieduizend gedichten, twee romans, korte verhalen en toneelstukken. In het Nederlands is een royale bloemlezing van zijn poëzie beschikbaar in de vertaling van Tamir Herzberg. In 2000 stond Amichai op de shortlist voor de Nobelprijs voor de literatuur, maar hij stierf kort voor de bekendmaking. Echt jammer.
Omdat communicatie belangrijk is, heb ik het gedicht Talenschool gekozen:
Ik liep langs een groot gebouw waarop stond geschreven
‘Talenschool’ en ik riep, O Heere,
uit de diepten riep ik u, Heere. Want mensen
roepen God en God roept alleen
andere goden. Vogel roept vogel,
alleen het water spreekt soms met stemmen
van mensen bij de zwembaden in de zomer.
Talenschool. Hier leren talen te wennen
aan vreemde lippen, aan een donker verhemelte,
aan een lachende mond en aan een huilende mond.
Talen leren en zijn nooit uitgeleerd,
net als verlangen.
Dit leven wordt harder,
maar het antwoord erop wordt steeds zachter
als een bal die terugspringt van de muur
waar hij in woede tegenaan is geslagen
en zijn sprongetjes worden zacht en verzoend
totdat hij stil valt in rust.
Een vrouw zei tegen een huilend kind:
‘Huil niet, een mooi kind huilt niet’,
dat hoorde ik, lopend
langs de ‘Talenschool’
en ik riep Heere, o Heere, uit de diepten.
Ype Viersen