“De jongeren van de Tuindorpkerk gaan al jarenlang naar de kapeldiensten op Bartiméus in Doorn. Zij helpen daar de bewoners, die blind zijn en slechtziend, en vaak verstandelijk en lichamelijk beperkt, naar de kapel. Altijd was daar Francisca in de kapeldienst, zij las in braille de bijbeltekst van die zondag en wilde vaak voor tal van zaken bidden in de voorbeden. Gregory, de drummer, en Francisca vonden elkaar als paar, dat was bijzonder, ook voor onze jongeren.
Nu is Francisca onverwachts overleden. Marianne en Ruud waren bij de afscheidsdienst, afgelopen dinsdag.
In april 2004 schreef ik voor het kerkblad van Utrecht, Kerk in de Stad, onderstaand artikeltje.
Francisca komt erin voor …”
Bidden voor mosselen
Vijftienplus-jongeren uit Tuindorpkerk maandelijks op Bartiméushage
Het is gezellig druk in de kapel van Bartiméushage. De dominee – Bernard voor de bewoners – vertelt over de ark van Noach. “Welke dieren gingen er allemaal mee, weten jullie dat?”, vraagt hij. Een heleboel bewoners roepen door elkaar: Kippen! En varkens! En olifanten, Bernard, en slangen. En vlooien, zegt iemand, want God heeft toch ook de vlooien geschapen. De dominee vraagt of ze weleens in de regen gelopen hebben. Ja, natuurlijk en dan word je nat. Horen jullie trouwens dat het regent, luister eens goed? De dominee heeft een regenpijp meegenomen en draait de pijp heel langzaam om. Dat geeft een geluid als van zachte regen. Dan draait hij de pijp steeds sneller om en om en het lijkt of er een stortbui uit de hemel komt. Je zou bijna geneigd zijn met z’n allen te gaan schuilen!
De bewoners van Bartiméushage in Doorn zijn niet alleen blind en slechtziend, maar vaak ook lichamelijk en verstandelijk gehandicapt. De kerkdiensten zijn dan ook sterk gericht op herhaling en op eenvoudige rituelen, vaak met geur en geluid. Altijd wordt de paaskaars ontstoken door een van de bewoners met vuurvaste vingers. Daarbij wordt een korte tekst gezegd; velen zeggen die tekst hardop mee, zoals ze de meeste liturgische teksten die gebruikt worden, kennen en meespreken. De liederen van Hanna Lam en Wim ter Burg, in eerste instantie bedoeld voor kinderen, doen het goed hier. De teksten met korte regels en veel refreinen, zijn sterk en de melodieën vrolijk. Ze worden uit het hoofd en uit volle borst meegezongen. Ook door de blinde muzikanten die het geheel begeleiden op drumstel, piano en soms met de tamboerijn.
Eén keer per maand zitten de jongeren van de vijftienplus-groep uit de Tuindorpkerk ook in de kapel. Ze helpen de bewoners die niet zelf naar de kapeldienst kunnen komen en halen ze op in hun rolstoel of geven ze een arm ter ondersteuning. Door dit maandelijkse gebeuren en vanwege het feit dat steeds een vaste groep jongeren dezelfde bewoners ophaalt, leren jongeren en bewoners elkaar ook een beetje kennen: men is niet meer ‘vreemd’ voor elkaar.
Verdriet en vreugde gaan samen op
Het gaat er meestal vrolijk aan toe in de diensten. Er wordt veel gelachen, met elkaar, soms ook om elkaar. Maar er zijn ook heel ontroerende momenten. Sommige bewoners zijn nieuwsgierig naar wie er naast hen zit en voelen aan je haar en over je gezicht of komen lekker warm tegen je aanleunen. Of ze willen je hand niet meer loslaten als we het Onze Vader hand-in-hand hebben gebeden.
De gebeden zijn intensief en langdurig. Ieder die ergens voor wil bidden of danken, mag gaan staan en wacht tot de dominee met de microfoon langskomt. Iemand wil danken voor de CD die hij dinsdag gaat kopen, een ander voor de mosselen die ze vrijdag heeft gegeten. Eén bewoner somt altijd een stuk of acht gebedsintenties op en een ander wil alleen maar aandacht voor de fijne dienst. Iemand wil bidden voor zijn moeder die een zware operatie moet ondergaan, een ander geeft aan verdriet te hebben omdat zijn vader is overleden. De dominee weet al deze gebedsintenties te verstaan én te verwoorden.
De regenboog
Dominee Bernard Baakman kent alle bewoners persoonlijk bij naam. Hij is op de hoogte van hun vreugden en van hun verdriet. Hij weet hoe belangrijk de kapeldiensten voor veel bewoners zijn en is dan ook altijd heel zorgvuldig en aandachtig in de voorbereiding en uitvoering ervan.
In de dienst over Noach vraagt hij ons naar de betekenis van de regenboog. Iemand zegt dat God heeft beloofd dat het nooit meer zo lang en zo hard zal regenen. Altijd mooi weer dus, roept een ander. De dominee zegt dat de regenboog een teken is van Gods trouw. Ook al maken mensen fouten en is er veel kwaad in de wereld – schelden, ruzie, oorlog (in Irak, Bernard!) – God zal de wereld en onze aarde niet vernietigen, God zal ons mensen trouw blijven en wil bij ons zijn. Met de regenboog belooft God ons niet altijd mooi weer – het zal ook nog vaak regenen in ons leven – maar God geeft ons wel een belofte van trouw, ook al heb je het vaak moeilijk, al heb je soms verdriet, al maak je soms fouten.
Laten we God daarom danken voor de regenboog.
Als we de kapel weer uitkomen, schijnt de zon.
Namens de vijftienplus-jongeren van de Tuindorpkerk en begeleiders,
Ineke van Keulen