In Psalm 84 wordt gezegd dat dat moet wezen in het huis van God.
Dat is mooi, maar waar is dat? Vermoedelijk dacht de psalmdichter daarbij aan de flonkelnieuwe tempel in Jeruzalem, waarvan al tweeduizend jaar alleen een klaagmuur over is.
De kerk? Waarom dan? En is het dan de wekelijkse, vertrouwde gewoonte, het licht dat door de ramen valt en vervolgens wordt weggeschoven; zijn het de mensen die we elkaar de vrede toezingen? Dat doen we niet bij Albert Heijn en daar komen we dagelijks.
Is thuis de woning waarin we eten en slapen? Ben je thuis waar je mag samenvallen met jezelf, alleen of dank zij een ander? Is thuis een bospad of een golfslag. Ligt daar je hemelse huis, ergens aan zee?
Komende zondag vragen we ons af: Waar voel jij je thuis?
LB
Thuis voelen
Het is iets wat nooit went:
dat je naar huis toe wilt en
dat je daar al bent. (Sjoerd Kuyper)
Er zijn momenten dat je ergens thuis bent, ook al
zijn het er niet veel. Soms ben je thuis, soms niet,
want dat bestaat: dat je elders in de wereld bent
en voelt dat je daar goed zit, dat we samen
varen op één aarde als een huis onder de sterren
dat elke nachttrein net zo goed een bed is, elke
achterbank een luie stoel, ieder stadsplantsoen
een tuin en elk café een warme haven.
Ook het omgekeerde kan, dat je verlangt naar huis
terwijl je daar al bent, zo’n grijze ochtend dat je
niets herkent en denkt: de muren om me heen
en deze stoel waarop ik zit, dat zijn mijn muren
niet, laat staan mijn stoel. De wereld blijkt gesloten
als een onderzeeër die zich klaarmaakt om te duiken
kijk, de neus zakt onder water en jij staat nog buiten.
Zulke dagen. Maar dat is maar een gevoel,
het gaat voorbij: de aarde draait nog door,
wij draaien mee, de zon maakt licht, de maan
trekt aan de zee – er zijn momenten dat je thuis
bent, ook al zijn het er niet veel.
Ingmar Heytze