Tomas de tweelingbroer was er niet bij
toen Jezus de discipelen bezocht, en hij
gelooft hen niet. Hij wil de spijkergaten zien.
De week daarna zijn ze weer bij elkaar:
de deur is dicht, maar dan is Jezus daar –
hij kijkt de kamer rond: ‘Vrede voor jullie, vrienden.’
En Tomas krijgt de kans aan zijn geloof te werken:
‘Leg jij je vinger rustig op de zere plek.’
En Tomas zegt: ‘Mijn God.’ En Jezus antwoordt:
‘Gelukkig wie geloven als ze van mij horen.’
Zij hebben van dichtbij gezien, wat hij gedaan heeft
en lang niet alles wat hij deed is opgeschreven.
Menno van der Beek
