De lichtjestocht, de prachtige Carols van Kerstavond, de feestelijke viering op eerste kerstdag, het dagelijkse bezoekje aan onze zelfgebakken adventskalender. Er is veel om dankbaar en blij om te zijn. De mooie verhalen van verwachting, belofte, het besef dat God het goede wil voor mensen, dat hij hoopt dat wij door hem de moed nooit hoeven verliezen. En dat juist in een wereld die klinkt als een klacht.
Kerst en oud en nieuw staan in de winter van ’23 – ‘24 zó op de kalender dat er op twee zondagen en maandagen wel erg veel kerkelijk op een kluitje zou komen. Daarom zien we voor zondagavond af van de gebruikelijke oudejaarsvesper. Het spijt enkelen dat die mooi, verstilde afsluiting van het jaar deze keer niet door gaat. Gelukkig maar dat dit ook als een gemis wordt ervaren. Op nieuwjaarsdag mogen we elkaar weer begroeten, om elf uur. We lezen en zingen tijdens de vesper van nieuwjaarsdag ook psalm 68. Daarin, in een andere vertaling, ook de woorden:
Kijk, daar komt de Heer,
met een eindeloze stoet.
Wie of wat u tegenkomt,
u neemt het met u mee
en brengt het naar de hoogte van uw huis.
Heer, ik zegen u,
u draagt onze last.