Wachten, een vierkante tijd
met muren geduld om u heen,
tellen van tien tot één
en van nul tot oneindigheid
en uitkijken over het zand
van een onsamenhangend bestaan
naar de dag dat de zon en de maan
in Gods rechter- en linkerhand
verbleken voor zijn gezicht.
Deze ster zal bewoonbaar zijn
en uit de schoot der woestijn
komen zij aan het licht,
die meer dan hun leven lang
op even hadden gehoopt,
totdat de dood als een slang
in hun beenderen kroop…
Want de aarde, die werd aanschouwd
in het holst van de scheppingsnacht,
staat eens als een huis gebouwd,
als Godzelf het laatste lacht!
Guillaume van der Graft