Van alle welgeschapen dingen
willen wij nu vrolijk zingen,
wel het meest van deze vier:
aarde, water, wind en vuur.
Op aarde mogen mensen wonen
tussen hout en groen van bomen,
waar de wijde akkers zijn,
bij het brood en bij de wijn.
Het water en de malse regen
geeft de aarde heel veel zegen
en de boten op de zee
dragen al haar vruchten mee.
De vlugge wind kan niemand vangen,
maar de lucht is vol gezangen,
in de wind daar is het feest,
God is goed voor ons geweest.
En daarom gaf Hij nog op aarde
om de warmte te bewaren
vuur dat in de oven brandt,
liefde van de overkant.
Voor zover ik weet is dit het enige lied in het Nieuwe Liedboek waarin alle vier elementen aarde, water, wind en vuur bij elkaar worden genoemd. Lied 980 van Tom Naastepad. Een vrolijk lied van verwondering en dankbaarheid dat de aarde zo vaak een plek waar het goed leven is.
Daar valt wel meer over te zeggen maar ik beperk me hier tot het volgende. Het is bijzonder dat deze vier elementen, waaruit volgens oude Griekse filosofen alles wat bestaat is samengesteld, ons nu nog steeds aanspreken. Op school leer je bij scheikunde ‘het periodiek systeem der elementen’. Inmiddels zijn er meer dan honderd elementen, maar aarde, water, wind en vuur zijn er niet meer bij. Je kunt zeggen: die oude Grieken wisten niet beter. Maar toch hebben zij wel iets gezien wat we nu vaak vergeten. Daar gaat het zondag over.
Ype Viersen