Veel liederen uit ons liedboek die tot nu toe van generatie tot generatie werden doorgegeven, zijn uit het Duits vertaald. Het derde vers van lied 800 uit het liedboek is het product van een samenwerking tussen de dichter die het 200 jaar geleden schreef, Novalis en de dichter die het 60 jaar geleden vertaalde, Jan Wit.
Novalis die op 28-jarige leeftijd overleed, dacht, voelde en schreef in de stijl van de Romaniek. De romantici spraken liever over het oneindige, dan over God. Maar in lied 800 bezingt Novalis, wat zijn relatie met Christus voor hem betekent. Hij staart in de afgrond van een bodemloze duisternis, maar hij valt niet. Zijn relatie met Christus houdt hem vast, tilt hem op en zet hem neer op de rots van redding en bevrijding. Jan Wit voelt zowel de angst als het vertrouwen van Novalis aan en vertaalt: “De nacht is voor het licht geweken, / het grondloos lot krijgt zin door Hem. / Nu word ik mens, herkrijg mijn vrijheid / bij water, woord en brood en wijn, …”
Ds. Piet Jan Rebel