Een gedicht bij Marcus 9, vers 2-10, voor de tweede zondag in de veertigdagentijd.
Dit verhaal gaat over bergbeklimmen. Vier mannen klauteren
voorbij de grens van wat je normaliter ziet als mens, en drie
verliezen alle begrip. Ze staan op de rand van de taal.
Hier is de wereld niet meer dicht. Dit is onze toekomst,
op schaal. Boven de boomgrens zijn we dus, heel even.
De Timmerman van Nazareth blijkt ook de beste alpinist.
Je treuzelt, want je wilt kamperen. Met Mozes en Elia,
Petrus zelf. Of Lydia! Patrick, Liudger, Lebuïnus …
heiligen van vroeger. Je moet de berg af, naar je leven.
Dat wordt weer zwoegen en talentenjacht. Heeft God zich
toch vergist? Aha, je IPhone krijgt bereik. Wie hemels stralen
wil, die photoshopt maar lekker zelf. Aan Facebook alle macht?
Wij dáchten van niet, zegt die wolkenstem: ‘Dit
is mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem.’ Hij wast jou
witter dan wit. Witter zelfs dan welke wolwasser ook.
Hilbrand Rozema (2013)