Tijdens de cantorijrepetitie viel mijn oog op het witte antependium. Ik schrok. Moest ik dat niet vervangen het groene kleed nu Pasen voorbij was? Of blijft het wit tot de zondag voor Pinksteren? Hoe zat dat ook alweer? Waarom stond het niet in mijn agenda? En trouwens… waarom wist ik dat niet? Ik verwissel die antependiums al jaren.
Ik schaamde me dan ook voor mijn schrik. En voor mijn domheid, want in mijn agenda staat natuurlijk niets als er niets te verhangen valt.
Groen betekent in het kerkelijk jaar: overgaan tot de gewone orde van de dag. Alsof Pasen maar één dag duurt. Je kijkt er veertig dagen paars naar uit en met één dag is de vreugde van het leven weer voorbij en komen de eitjes voor de helft van de prijs in een bak bij Albert Heijn.
Jij zag ze waarschijnlijk ook in het nieuws, de beelden van Eid-al-Fitr, het feest waarmee moslims het einde van hun vastentijd vieren. Beelden met kinderen tussen de puinhopen van Gaza. Ze zijn vrolijk. Nee, iets lekkers is er niet. Er is een moment waarop een aantal kinderen naar boven kijkt. Wat zien ze? Een ballon of een drone? Ik weet het niet.
Feest, wit, ballon of de dag van alle dag, groen, drone.
De liturgische kalender schrijft een wit antependium voor. Een witte vlag waarop ook ons oog valt. Die we voorlopig moeten laten hangen, om naar te kijken.
Len Borgdorff