Jezus spreekt met Zijn handen. Hij die het Woord is, beperkt zich niet tot het voeren van gesprekken, het vertellen van gelijkenissen en het verhelderen en verklaren van de Schriften. In Zijn ontmoetingen laat Hij Zijn handen spreken. Met Zijn sprekende handen beëindigt Hij ontmoetingen, waarin Hij zich over mensen ontfermt met Zijn reddende en bevrijdende kracht. Hij pakt hen bij de hand of raakt hen aan, waarna Hij Zijn weg vervolgt. De mensen die Hem opzoeken, bevinden zich in de beklemmende greep van ziekte, angst en dood. Jezus treft en spreekt hun, wanneer het leven hen heeft laten vallen en zij niet meer aan opstaan denken. Toch kijken ze nog op naar Hem, omdat Zijn handelen tegen hun verslagenheid en onmacht in onverwacht de starheid van hun hopeloosheid openwerkt. Zijn handen maken iets vrij in hun hart, dat de beklemmende greep van ziekte, angst en dood minder knellend en minder pijnlijk maakt. Legt God zelf in de handen van Jezus Zijn hand op hen?
En juist dan onverwacht / wat je niet had gedacht
Vind jij je weg terug. / Zijn hand is een steun in de rug. (NLB 785 refrein)
Ds. Piet Jan Rebel